DAF in Action
Ook 'Britse toestanden' in Europa?
Het tekort aan vrachtwagenchauffeurs zorgde de afgelopen maanden voor dramatische krantenkoppen in het Verenigd Koninkrijk. De Britten zijn niet de enigen met een tekort aan chauffeurs.
Door: Bert Roozendaal en Richard Simpson
Weliswaar manifesteert zich dit tekort binnen de EU (nog) niet in een ‘Crisis Brittanica’, inclusief lange rijen voor tankstations en lege schappen in supermarkten. Maar dat kan bij ongewijzigd beleid binnen enige jaren ook op het vasteland gebeuren. Het peloton vrachtwagenchauffeurs vergrijst enorm en instroom is er nauwelijks.
Dat is niet nieuw. Tekorten aan chauffeurs spelen al jaren. In 2016 was het gebrek aan vrachtwagenchauffeurs al nagenoeg net zo groot als nu en drie jaar later waarschuwde de International Road Transport Union (IRU) opnieuw dat het tekort aan chauffeurs over heel Europa verder was toegenomen. Covid bracht een tijdelijke verlichting, de vraag naar transport nam af en het tekort aan chauffeurs daalde even naar slechts zeven procent. Maar vanwege het sterk doorzettende economisch herstel zal dat naar verwachting al snel weer oplopen naar 17 procent. Er moet dus wat gebeuren. Dat roepen ook werkgeversorganisaties én de politiek al jaren. Maar hoewel er - ook op Europees niveau - wel degelijk maatregelen genomen worden, lijken die tot nu toe nog niet te leiden tot veel verbetering.
De grote groep chauffeurs van 50 jaar en ouder gaat binnen 10 jaar met pensioen.
Het vak vergrijst
Mondiaal gezien zijn er jonge mensen genoeg, zoals ook de IRU constateert. Maar niet in West-Europa. Daar vergrijst de bevolking en de populatie vrachtwagenchauffeurs naar verhouding nog harder. Op de totale populatie aan Europese chauffeurs is het aandeel ‘jonger dan 25 jaar’ nu gedaald tot slechts vijf procent. Dat heeft meerdere oorzaken. In sommige Europese landen wijzen transporteurs op de financiële en juridische belemmeringen. Een rijopleiding kost al gauw zo’n € 10.000,- en in een aantal landen hebben werkgevers te maken met hogere verzekeringskosten en wetgeving die het jongeren tot 21 jaar bemoeilijken chauffeur te worden. Toch is dat maar een deel van het verhaal. Want in andere landen gelden die belemmeringen minder en toch heeft men daar hetzelfde probleem: geen goede chauffeur te krijgen. Dit alles in de wetenschap dat de grote groep chauffeurs van 50 jaar en ouder binnen 10 jaar met pensioen gaat.
Werving en behoud
Geholpen door de Europese vrije arbeidsmarkt werken veel West- Europese transportondernemers sinds de jaren negentig graag met chauffeurs uit andere landen. Op de korte termijn lost het voor de vervoerder het chauffeursprobleem op én bovendien vaak nog goedkoper. Maar zeker dat goedkoper kent ook allerlei rafelranden. Door transport voor steeds lagere prijzen aan te bieden, heeft de branche zich volgens met name de vakbonden in een steeds zwakkere onderhandelingspositie gewerkt richting de verladers. En lagere inkomsten is een slecht uitgangspunt voor loonsverhoging, waarmee ook de beloning van de chauffeurs uit eigen land onder druk komt te staan. En dat helpt nu eenmaal niet bij de werving van nieuwe chauffeurs én het behouden van de mensen die nog rijden.
EU chauffeurs komen niet terug
Dat speelt in grote delen van Europa maar zeker in het Verenigd Koninkrijk. Een belangrijk deel van de Britse trucks werd daar bestuurd door buitenlandse chauffeurs. Door Brexit vertrokken die. De Covid-pandemie verergerde alles nog en nu is er een structureel tekort. En het is maar zeer de vraag of de Britse regering dat terugdringt met een tijdelijke versoepeling van de beperkingen op arbeidskrachten van buiten het VK. De meesten van hen hebben inmiddels dichter bij huis werk gevonden. Want een goede chauffeur is momenteel in nagenoeg elk Europees land meer dan welkom.
De Europese Commissie vraagt met klem aan landen om meer – vooral goed bewaakte – parkeerplaatsen te realiseren. Zodat er automatisch ook meer vrouwen achter het stuur zullen kruipen.
Beter salaris
Een betere betaling zou een oplossing zijn. De roep om meer geld klinkt elke keer in elke branche als er een tekort is. Maar elke werkgever weet dat een hoger salaris het eerste is vergeten als de arbeidsomstandigheden zelf niet verbeteren. De EU werkt daarom aan beiden aspecten. Met een verplicht minimumloon en ingrijpen op loondumping aan de ene kant en sociale maatregelen aan de andere. En hoewel maatregelen nog zo goed bedoeld kunnen zijn, is het maar de vraag of ze überhaupt iets oplossen. Mooi dat je besluit dat een chauffeur om de 14 dagen, 24 uur niet in zijn cabine mag zijn. De vraag is alleen waar hij of zij dan wél terecht komt. Gelukkig worden trucks wel steeds comfortabeler. Een douchecabine zal er wel nooit in komen maar wie bijvoorbeeld naar de nieuwste serie DAFs kijkt, weet dat een chauffeur nog nooit zoveel luxe om zich heen heeft gehad en dat draagt ontegenzeglijk bij aan de arbeidsomstandigheden.
Intermodaal
En wat de voorzieningen onderweg betreft: ondanks het feit dat Europa langs de hoofdtransportroutes zo’n 300.000 parkeerplaatsen telt, zijn dat er structureel nog zo’n 100.000 te weinig. De Europese Commissie vraagt dan ook met klem aan landen meer - vooral goed bewaakte - parkeerplaatsen te realiseren. Zodat er automatisch ook meer vrouwen achter het stuur zullen kruipen. Ook de roep om nog meer intermodaal vervoer klinkt weer luidkeels door de gangen van het Europese parlement. Maar de meeste beschikbare lijnen zijn daar ook al redelijk belast en meer spoor aanleggen kost jaren. En dan moet dit soort transport ook aansluiten bij wat de industrie nodig heeft. Die werkt vaak met ‘just-in-time’-modellen en daar is intermodaal niet echt sterk. En zo blijft er een diepe kloof met de transporteur die liefst vandaag iets moet oplossen.
Een goede, ruim bemeten infrastructuur kan het vak van vrachtwagenchauffeur aantrekkelijker maken.
Omdenken
Waar meer loon op zijn best een korte termijnaanpak is om te zorgen dat meer jongeren voor het vak gaan kiezen en vervolgens mogelijk langer blijven, lijken toch vooral betere werkomstandigheden een aanpak met meer kans op succes. Dat vergt een omdenken. Mogelijk dat we voor het internationale transport op de korte termijn met name het sociale isolement van de chauffeur iets meer kunnen verbeteren door nog meer om te koppelen dan we nu al doen. Zodat chauffeurs kortere ritten maken en vaker thuis kunnen zijn. Met steeds betere IT-oplossingen moet dat mogelijk zijn. Voor de nationale distributie - en dat is nu eenmaal het gros van alle transportbewegingen - is omkoppelen minder vaak een optie. Maar ook hier kan betere IT veel verlichting brengen. Op dat punt kunnen er in heel veel Europese landen nog grote stappen gemaakt worden. Samen met een goede, ruim bemeten wegeninfrastructuur én voldoende voorzieningen onderweg kan dat er voor zorgen dat ook een nationale chauffeur eindelijk niet alleen weet wanneer hij ’s morgens vertrekt, maar ook met enige zekerheid kan aangeven wanneer hij weer thuis komt. En dat is een element dat voor met name jongeren vandaag de dag heel belangrijk is.
Schone vuilnisauto doet stilletjes zijn werk
Elektrisch vervoer rukt stilletjes op. Dat is tweeledig het geval, want elektrisch aangedreven auto’s komen op kousenvoeten de samenleving binnen, terwijl ze tegelijkertijd vrijwel geruisloos hun werk doen. Bij de gemeente Rotterdam pakt een pilotproject met elektrisch aangedreven vuilnisauto’s positief uit. De afdeling Inzameling rijdt er niet alleen met een DAF CF Electric, de medewerkers waren ook betrokken bij de ontwikkeling ervan. “We krijgen er veel positieve reacties op.”
Door: Guus Peters
Fotografie: Marieke van Grinsven
“Ik ben positief geladen” staat er op de flanken van de in fris wit en groen gespoten DAF CF vuilnisauto, die in opmerkelijke stilte over de Rotterdamse Spartastraat komt aanrollen. Pal tegenover het stadion van voetbalclub Sparta – ‘Het Kasteel’, in de volksmond - komt de truck tot stilstand. Chauffeur Paul Keijzer stapt uit en gordt zijn afstandsbediening om. De enorme arm van de HIAB XS 211 W-kraan komt tot leven om een paar seconden later een grote afvalcontainer uit zijn ondergrondse positie te tillen. De enorme bak zweeft even later boven de auto, lost zijn inhoud en wordt door Keijzer weer keurig in de vierkante krater tussen de stoeptegels teruggeplaatst. Keijzer stapt weer in en rijdt weg.
Wat aan het hele tafereel opvalt, is de opvallende rust waarmee het allemaal gebeurt.
Emissieloos
Wat aan het hele tafereel opvalt, is de opvallende rust waarmee het allemaal gebeurt. Slechts wat zoemgeluiden vullen de stille straat. De betrokken DAF CF is dan ook een Electric-versie. De gemeente Rotterdam heeft, als pilotproject, vier volledig elektrische vuilnisauto’s in dienst, die inmiddels zo’n anderhalf jaar, dagelijks worden ingeroosterd. “Vanuit de Europese Gemeenschap is bepaald dat we CO2 moeten besparen met z’n allen. EU-commissaris Frans Timmermans heeft daar een aantal doelen voor opgesteld en als gemeente Rotterdam doen we daar natuurlijk aan mee”, zegt Paul van Emmerik, manager Verkoop en Beheer bij de afdeling Vervoer en Materieel van de gemeente Rotterdam. “Ons wagenpark is toch ongeveer vijftienhonderd voertuigen groot en die moeten allemaal emissieloos zijn in 2050. Daar naartoe werkend, doen we een aantal pilotprojecten met elektrische voertuigen. Deze DAF CF is onze eerste, volledig elektrische kraan-trechter vuilniswagen.”
Voor het laden van de auto’s heeft de gemeente Rotterdam eigen infrastructuur.
Fluisteren
We spreken Van Emmerik op de servicewerkplaats Noord van de gemeente Rotterdam, aan het Kleinpolderplein. Dieselauto’s rijden er af en aan, maar wie zijn ogen – en zeker ook oren – de kost geeft, ziet en hoort voldoende elektrisch vervoer voorbij fluisteren. Veegwagentjes, e-scooters van de dienst parkeerbeheer zoemen langs en even verderop is het knokken voor de volledige elektrisch aangedreven Nissan LEAF scanauto’s voor een plekje aan de laadpaal. De DAF CF Electric heeft zijn eigen snellader op het terrein en die wordt veelvuldig gebruikt. “Deze auto is speciaal aangeschaft om onderlossende containers te kunnen legen. We hebben ook achterladende vuilniswagens en daar lossen we minicontainers in, zoals de mensen die aan de straat zetten”, legt Van Emmerik uit.
Laadvermogen
In een gesprek met Van Emmerik valt het woord laadvermogen iets vaker dan normaal. Het heeft dan ook een tweeledige betekenis; waar bij vrachtauto’s met een verbrandingsmotor met laadvermogen wordt aangeduid hoeveel vracht de truck kan meenemen, is bij elektrische vrachtauto’s ook het laden van de batterij van betekenis. Van Emmerik: “Deze auto kan ongeveer vijf en een halve ton aan afval laden. Dat is wel een punt bij elektrisch aangedreven vrachtauto’s; er gaan veel batterijen mee en die wegen echt veel, dat scheelt laadvermogen. Dat is het eeuwige compromis dat je moet sluiten. Wij hopen dus op een sterke verbetering van de batterijtechniek; dat is al gebeurd trouwens, bij de ontwikkeling van deze auto hebben de batterijen al dubbel zoveel capaciteit gekregen binnen dezelfde massa en volume.”
Reserverbatterij
Een elektrische truck moet, dat staat wel vast, vaker aan de lader dan een dieselauto aan de pomp. “Eén van de grootste uitdagingen bij elektrische vrachtauto’s is het laden van het batterijpakket”, zegt Van Emmerik. “Aan de ene kant omdat je het laadvermogen, de kilowatts, beschikbaar moet hebben en aan de andere kant omdat laden tijd kost. De chauffeur is het duurste op de wagen, dus wij willen zo kort mogelijk laden met het meeste laadvermogen. Dat is voor Rotterdam best een groot probleem. We hebben hier op de servicewerkplaats ook een reservebatterij staan in een container, om op drukke momenten bij te schakelen. Dat soort problemen hebben ze bijvoorbeeld niet bij de HVC Groep in Alkmaar, waar ook elektrische DAF’s rijden. Dit afvalverwerkingsbedrijf zit naast haar eigen energiecentrale, de vuilverbrandingsinstallatie. Die luxe hebben wij niet.”
“Al bij de ontwikkeling hebben de batterijen dubbel zoveel capaciteit gekregen binnen dezelfde massa en volume.”
Ontwikkeling
Van Emmerik noemt HVC niet zomaar, want samen met afvalscheiders Cure in Eindhoven en Rova in Zwolle zijn de gemeente Rotterdam en het Alkmaarse HVC nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de elektrische DAF vuilnisauto’s, zoals die nu rondrijden. “Voor dat project is ook een DKTI subsidie aangevraagd, een subsidie die vanuit de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) wordt verleend voor vernieuwingsprojecten.“ De samenwerkende partijen delen ook nog steeds ervaringen. “Ja, we hebben evaluatiegesprekken, praten over onze bevindingen, geven aan hoe het beter zou kunnen. Zo is in de loop van de tijd bijvoorbeeld de regeneratie-energie van het remmen verder verbeterd”, aldus Van Emmerik.
Rust
Rotterdam selecteerde voor het rijden met de e-trucks speciale chauffeurs. “Dat zijn stuk voor stuk mensen die begaan zijn met onderwerpen als CO2-neutraal en emissieloos. Mensen ook die in de basis interesse hadden om met dit soort voertuigen om te gaan. Mede daarom hebben we de truck ook gepresenteerd als een prototype, zodat de chauffeur weet dat dingen soms een beetje anders gaan dan anders”, zegt Van Emmerik. Veel chauffeurs zijn volgens hem blij met de opvallende rust in de cabine, die hun werk prettiger maakt. “En ze waarderen het dat als ze ’s ochtends vroeg beginnen, ze geen klachten van inwoners krijgen vanwege geluid. Aan de andere kant moeten chauffeurs vaker stoppen bij de laadpaal, je gaat anders met je energiegebruik om. Dat is erg wennen. Een grotere batterijcapaciteit is dus gewenst en binnen de evolutie van de techniek is dat nu al mogelijk. Daarvoor gaat de auto binnenkort even terug naar DAF.”
Geluid
De CF Electric maakt, ook om de omgeving te waarschuwen, nog wel een beetje geluid, maar het is volgens Van Emmerik echt héél veel minder dan bij een dieseltruck. “Daarbij komt dat de gemeente Rotterdam de Greendeal ZES heeft ondertekend. ZES staat voor Zero Emissie Stadslogistiek en we krijgen dan vanaf 2025 een emissieloze zone in het centrum, waar Rotterdam best wel groot op heeft ingezet. Als gemeente proberen wij die emissieloze zone in te gaan met emissieloze voertuigen. De bussen van de RET bijvoorbeeld, die zijn volledig elektrisch; ze stoten niets meer uit, maar ze maken ook al geen geluid meer. Dat is echt een verademing in de stad.”
De DAF CF Electric in actie op de Spartastraat in Rotterdam.
Winnen
Paul van Emmerik zegt een goede respons te krijgen op de elektrische vuilnisauto’s. “De meeste mensen vinden het een mooi ding, maar ze zeggen ook vaak: ‘nou, dat zal wel wat kosten’. Dat klopt ook wel, trucks als deze zijn relatief duur, daarom is het ook een overheidstaak om het gebruik ervan te onderzoeken en te gaan stimuleren. Een gewone transporteur zal nog niet zo snel een business case zien in dit voertuig, maar als hij nóg schoner en zuiniger wordt, dan gaat de elektriciteit het bij de vuilnisauto’s winnen van de diesel. Daar kun je op wachten.”
Positieve reacties
Chauffeur Paul Keijzer, die al 33 jaar bij de gemeente werkt, krijgt ook veel positieve reacties op zijn elektrische DAF.
“Soms komen mensen op straat even een praatje maken over de auto en willen ze er meer over weten. Ik werd laatst in het centrum aangesproken door een chauffeur, die zelf ook op een vuilniswagen rijdt. Die vond het heel interessant, hij vroeg honderduit.”
Paul Keijzer,
Chauffeur
Een truck leeft
Niet iedereen zal het weten, maar DAF is al sinds een aantal jaren het best verkochte Europese truckmerk in Taiwan. Het economisch hoog ontwikkelde eiland leunt zwaar op zijn logistiek en DAF speelt daar een belangrijke rol als leverancier van ‘state-of-the-art’, zuinige en vooral schone Euro 6 bedrijfsvoertuigen.
Door: Bert Roozendaal
Zeker dat laatste past naadloos in de levensovertuiging van de Taiwanezen die een diepe verbondenheid voelen met de geschiedenis, de cultuur, het wetenschappelijke erfgoed en de natuur op hun eiland. Dat merken we meteen als Tom Wu Xinjun, directeur van YI SIAN Transport Inc. over ‘zijn’ Taiwan praat. “Ik woon op een prachtig eiland dat vroeger Formosa heette en een rijke historie heeft. Het maakt niet uit waar je op het eiland bent, in de bergen, voor de kust op de oceaan, in onze steden, het is overal even prachtig. De Taiwanezen vormen een vriendelijk volk en zijn één met hun omgeving.”
Streven naar welvaart
Maar wat de Taiwanezen mogelijk nog veel meer gezamenlijk hebben, is hun streven naar welvaart. De afgelopen decennia hebben ze keihard gewerkt aan de ontwikkeling van hun economie. Het land is extreem druk bevolkt: op een oppervlakte van slechts 36.192 km² , wonen niet minder dan 23,5 miljoen mensen. En die beschikken naast het gevoel voor traditionele waarden zeker ook over een goed ontwikkelde handelsgeest. Een bekend Taiwanees gezegde is ‘Als men de zegen van God wil, moet men eerst op eigen benen staan en ernaar streven om vooruit te komen’.
Taiwan kent vele havens, waarvan Kaohsiung in het zuiden veruit de grootste is.
Made in Taiwan
Dat geloof in eigen kunnen heeft het eiland geen windeieren gelegd. In 2020 eindigde het vóór Australië op plaats 19 van de top 20 van rijkste economieën ter wereld. ‘Made in Taiwan’ is wereldwijd een gevleugeld begrip, waar die goederen dan ook daadwerkelijk vandaan mogen komen. Want de binnenlandse productie nam rond het begin van deze eeuw een dermate vlucht dat veel van de fysieke maakindustrie inmiddels op het Chinese vasteland plaatsvindt. Dat ligt immers maar 97 zeemijlen aan de overkant van de zeestraat.
Gezond overschot
Taiwan exporteerde in 2020 voor 304 miljard euro aan goederen en diensten. Tegelijkertijd bedroeg de import 252 miljard. Wat het land een gezond overschot op de handelsbalans oplevert. Die enorme economische activiteit maakt dat transport en logistiek een sleutelbijdrage leveren in het hele succes van het eiland. Sterker, het is de smeerolie van de economie. De bijdrage van het hele transport aan het Bruto Binnenlands Product was in 2019 zeven procent. Daarmee is het transport ook een grote werkgever. Want aangezien het 400 kilometer lange eiland slechts over één spoorbaan beschikt, gaat het overgrote deel van al dat goederenvervoer over de weg. Veelal van en naar één van de vele havens, waarvan Kaohsiung in het zuiden veruit de grootste is.
YI SIAN Transport Inc. transporteert auto-onderdelen, chemie, verpakt water en dranken voor klanten in Centraal en Zuid-Taiwan.
Trucks uit Hélán
Van dat gegeven heeft Formosa Plastics Group de afgelopen jaren meer dan goed gebruik gemaakt. Deze onderneming introduceerde DAF op het eiland en wist het merk snel uit te bouwen tot de ‘leading European brand’. Elke week opnieuw verscheept DAF Trucks onderdelen en componenten vanuit haar fabrieken uit Eindhoven en Leyland naar Taiwan, waar ze door Formosa Plastics geassembleerd worden in een ultramoderne fabriek in Dadu. Taiwanese transporteurs werken en rijden heel graag met de moderne vrachtwagens uit het voor hen verre Nederland of ‘Hélán’ zoals ze zelf zeggen. Eén van die transporteurs is de 43-jarige Tom Wu Xinjun. Met zijn bedrijf YI SIAN Transport Inc. transporteert hij auto-onderdelen, chemie, verpakt water en dranken voor klanten in Centraal en Zuid-Taiwan. “Wij hebben 10 trucks tussen 18,5 en 46 ton. Het grootste deel van onze vloot bestaat uit de DAF CF als trekker, maar we hebben ook bakwagens.”
Transport in het bloed
Tom Wu Xinjun heeft transport in zijn bloed. “Onze familie zit al generaties lang in het wegtransport. En ik kon al een vrachtauto besturen toen ik nog op de middelbare school zat. Behalve een locomotief kan ik met elk voertuig rijden”, laat hij zijn aanvankelijk verlegen houding volledig varen als het over zijn favoriete onderwerp gaat.
Een truck leeft
“Onze familie had heel weinig geld. Maar dankzij de inkomsten die onze de vrachtauto ons gaf, hadden we te eten, waren er kleren en kon ik naar school. Ik hecht sterk aan mijn trucks. Voor mij leven ze”. Het is in Taiwan vrij gebruikelijk voor vervoerders bij het in gebruik nemen van een nieuwe vrachtwagen een gebed te wijden aan het behoud van het voertuig.
Als zijn directietaken het ook maar even toelaten, springt Tom Wu Xinjunj nog steeds heel graag zelf op de auto.
Veiligheid voorop
Desalniettemin leunt Tom zeker niet alleen op de wijsheid van de goden. “Het kost 100 zweetdruppels om één korrel rijst te produceren”, weet hij. “Dus als ik succesvol wil zijn, moeten mijn trucks niet alleen heel veel rijden, maar moet ik dat vooral ook veilig doen. Dus zorg ik ervoor dat elke auto op tijd zijn onderhoud krijgt en voor aanvang van elke rit even gecheckt wordt door de chauffeur. De onderhoudsservice die Formosa Automobile Sale Corporation ons biedt, is voor mij een hele steun in de rug. Dat maakt DAF - naast de hoge prestaties en het lage verbruik - absoluut tot mijn favoriete merk.”
Nooit verslappen
Goed onderhoud, goede training voor de chauffeurs en uitstekende aftersales zijn de hoekstenen van YI SIAN Transport Inc.. “We kunnen alleen het vertrouwen van de klant winnen én behouden als wij zijn ladingen veilig en op tijd afleveren. Op dat gebied mogen wij nooit verslappen”, aldus Tom Wu Xinjun. Wat niet wegneemt dat als zijn directietaken het ook maar even toelaten, hij nog steeds heel graag zelf op de auto springt voor een rit. Want waar lekker eten voor hem belangrijk maar toch vooral een hobby blijft, is het transport voor hem een ‘way of life’.
"Verwachtingen meer dan waarmaken"
Met de introductie van de New Generation DAF, de XF, XG en XG+ - niet voor niets verkozen tot ‘International Truck of the Year 2022’ - introduceert DAF een nieuw tijdperk in wegtransport. Het nieuwe vlaggenschip vertegenwoordigt het grootste investeringsproject in de geschiedenis van de onderneming. Qua productontwikkeling, qua nieuwe productiefaciliteiten, maar zeker ook qua services. Ook daarin blijft DAF constant investeren, legt Richard Zink, directeur Marketing & Sales, uit.
Door: Henk de Lange
Feitelijk is de truck slechts een onderdeel van de totale logistieke oplossing die wij de klant bieden”, begint Zink. “We leveren meer dan trucks, we leveren toegevoegde waarde.” Dat begint volgens de directeur Marketing & Sales bij de DAF-dealer.
“Al lang voordat we de New Generation DAF introduceerden, hebben we de dealers uitvoerig getraind”, vertelt hij. “Zowel de verkopers als uiteraard de technici in de werkplaatsen.” En over dealers gesproken: ook daarin heeft DAF de laatste jaren veel geïnvesteerd, wereldwijd kunnen klanten op ruim 1.000 locaties terecht.
“Bijna elke DAF-dealer is een zelfstandige ondernemer. Met dezelfde instelling die ondernemers nu eenmaal eigen is: net dat stapje verder gaan voor de klant.”
Richard Zink,
Director Marketing & Sales
Premium
“DAF is een premium merk en daar hoort ook een premium dealernetwerk bij”, gaat Zink verder. “Dat wil zeggen dat kwaliteit, service en klantbeleving aan de hoogste standaarden moeten voldoen. We willen dat overal ter wereld dezelfde kwaliteit geleverd wordt.” Hoe dan? “Zo hebben we in 2020 onze dealer standaarden vernieuwd”, legt hij uit. “Want de eisen en verwachtingen van de klant zijn in de loop der jaren steeds hoger geworden. Met de nieuwe dealerstandaarden stimuleren we de dealer om nog meer te investeren in zijn bedrijf, zijn klantgerichtheid verder te verhogen en continu te verbeteren. Zo creëren we een win-win situatie: de kwaliteit van de dealerorganisatie gaat verder omhoog, wat weer bijdraagt aan een hogere klanttevredenheid. Want dat is uiteindelijk het doel, tevreden DAF-klanten.”
De laatste jaren is er veel in het DAF-dealernetwerk geïnvesteerd; wereldwijd kunnen klanten op ruim 1.000 locaties terecht
Verbinden
Tegelijk met de introductie van de XF, XG en XG+ werden er ook belangrijke stappen gezet in services achter deze nieuwe generatie trucks. Voorbeelden zijn er te over, geeft Zink aan. Zoals het DAF Connect online fleetmanagement systeem. “Een platform dat altijd en overal inzicht geeft in de prestaties van de vloot”, verduidelijkt hij. “Zo houdt de ondernemer altijd grip op de logistieke processen en haalt hij het beste uit zijn mensen en voertuigen. Concreet voorbeeld: DAF Connect biedt het navigatiesysteem nu de mogelijkheid om actuele verkeersinformatie te tonen en vanuit de thuisbasis routes door te sturen. Reken maar eens uit hoeveel brandstof, tijd en frustratie dat kan schelen.”
Uniek in de industrie
Met de introductie van de Nieuwe Generatie XF, XG en XG+ introduceert DAF over-the-air-updates voor de motor- en EAS-systemen, de voertuig-ECU, de Central Security Gateway (CSG) en DAF Connect. Ook werd voor de ‘New Generation DAF’ een compleet nieuwe infrastructuur voor voertuigdiagnose ontwikkeld. Zink: “Met een verlengde service-interval tot 200.000 kilometer kan het onderhoud beperkt worden tot maar één keer per jaar. Dat is vijf keer de wereld rond, voordat de truck naar de werkplaats hoeft. Uniek in de industrie.”
Pan-Europees
En over onderhoud gesproken: DAF MultiSupport biedt door heel Europa pakketten voor onderhoud en reparatie. “Zo blijft het wagenpark perfect onderhouden en dus maximaal inzetbaar. Ideaal voor de klant, die zich nu alleen maar hoeft te concentreren op zijn kernactiviteiten.”
Ontzorgen
Ontzorgen, dat is de rode draad in het hele gesprek met Richard Zink. “Inderdaad, dat is wat we de klant aanbieden”, bevestigt hij. “Zoals ook bij de financiering. Bij de aanschaf een financiering afsluiten via PACCAR Financial betekent maar één contract en meteen rijden bij aflevering. Sneller en gemakkelijker kan niet.” Hij besluit: “We zijn aanbeland bij een tijdperk van verdere integratie tussen voertuigen en de diensten er achter. En ook hier is ons streven: de verwachtingen van de klant méér dan waarmaken.”
Meer verhalen
Test the Best
Na ruim 30.000 kilometer in de DAF XG+ is het Michael Evertz helemaal duidelijk: de nieuwe generatie trucks van DAF maakt op de transportondernemer die voor de Nederlandse truckfabrikant veldtesten rijdt, een overtuigende indruk. Niet alleen qua ruimte, comfort en prestaties maar vooral ook qua brandstofverbruik.
Door: Frank Hausmann
Foto's: Steffen Löffler
Michael Evertz is directeur en eigenaar van Transporte Evertz in Mechernich in de Duitse Eifel. Hij had het geluk de nieuwste generatie DAF-voertuigen eerder dan nagenoeg al zijn collega’s uit en te na te kunnen bekijken. Bovendien was zijn bedrijf één van de weinige die al vóór de officiële presentatie, het nieuwe DAF vlaggenschip in de praktijk aan de tand kon voelen tijdens een grootschalige praktijktest.
Cement en kalk
Met silo-opleggers en een kieptrailer vervoert Evertz voornamelijk grondstoffen als cement en kalk voor zijn klanten in de betonindustrie, zoals baksteenproducent Zieglowski. Zijn werkgebied bevindt zich vooral in de driehoek tussen Aken, Keulen en Koblenz. Daarnaast rijdt hij in het Münsterland, Saarland en de Benelux. Ook levert de Eifellander geregeld grondstoffen ten behoeve van bedrijven die gespecialiseerd zijn in bodemstabilisatie, of die nodig zijn bij de behandeling van afvalwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Gestage groei
Michael Evertz en zijn vrouw Andrea waagden nu bijna 15 jaar geleden met één truck de sprong naar zelfstandig transportondernemer. Al één jaar later volgde een tweede trekker-trailer. En sinds die tijd groeit de vloot gestaag dankzij een voortdurend toenemend ordervolume. Momenteel bestaat het wagenpark van het middelgrote bedrijf uit 15 silo-opleggers, één kieptrailer en 13 trekkers.
Geen ongeluk
Dat Evertz uitgerekend 13 auto’s heeft, brengt hem tot nu toe geen ongeluk. Want lang niet iedereen krijgt al vóór de officiële lancering het nieuwe vlaggenschip van DAF in de vorm van de XG+ op het erf om daar langere tijd mee te kunnen werken. De relatie tussen Evertz en DAF ontstond toen het bedrijf vier jaar terug op zoek was naar trekkers die én bewezen zuinig waren én snel leverbaar. En zo kwam Michael Evertz bij de nu in Eschweiler gevestigde DAF service- en verkooppartner Loven terecht. Die leverde de eerste DAF: een XF 530. Daarbij bleef het niet, want van dit type DAF met de sterkste PACCARmotor rijden er inmiddels vier bij de bulkvervoerder.
Goede relatie
Dat is ook zeker het gevolg van de goede relatie die Evertz inmiddels heeft opgebouwd met het Loven-team. “Natuurlijk zijn bij ons aanschafprijs, Total Cost of Ownership, kwaliteit, prestaties en betrouwbaarheid de belangrijkste criteria bij de aankoop van een truck. En dat klopt allemaal bij DAF. Maar daarnaast hechten wij ook aan een uitstekende verstandhouding met de dealer achter het product. En die is tussen Loven en ons bedrijf zodanig, dat wij er volkomen van overtuigd zijn, met het juiste merk te rijden,” aldus Michael Evertz.
Inspraak
Waar het om het uitrustingsniveau van zijn voertuigen gaat, toont de transportondernemer zich genereus. Ook hebben zijn chauffeurs inspraak bij de aanschaf van een nieuw voertuig, wat zich vertaalt in loyaliteit aan de werkgever en aan het truckmerk. Daarnaast weet Michael Evertz precies waarover hij het heeft. “Ik doe zelf ook nog geregeld een rit. Zeker op lange tochten waardeer ik elke keer weer het grote comfort van een DAF. Dat komt door de enorme hoeveelheid ruimte in de cabine, de comfortabele stoelen, de overzichtelijkheid van het dashboard en het ruime motorvermogen. Dat gun ik mijn chauffeurs. Want die zijn vaak meerdere dagen onderweg”, aldus Evertz.
Eén van de grootste klanten van Michael Evertz is baksteenproducent Zieglowski. Dat verklaart de opvallende belettering op de DAF XG+.
Hart
De 55-jarige transportondernemer had ook inspraak in de configuratie van de DAF XG+ voor de praktijktest. “Ik wilde de truck met de grootste cabine en de meest krachtige motor. De DAF XG+ 530 biedt wat dat betreft alles waar het hart van een chauffeur sneller van gaat kloppen. De beschikbare ruimte in de verlengde cabine is enorm. Geen enkele andere truck biedt meer dan 2,20 meter stahoogte, eindeloze opbergruimte en over de hele lengte 80 centimeter brede bedden die bovendien elektrisch verstelbaar zijn”, meent Evertz enthousiast.
Hoogwaardig
Ook is hij zeer te spreken over de toegepaste hoogwaardige materialen en de draaibare stoelen die tijdens de rusturen voor een huiskamersfeer zorgen. En dan is er nog de digitale cockpit, de traploos verstelbare stuurkolom die ver weggeklapt kan worden voor een optimale in- en uitstap en de volledig in de klimaatbeheersing geïntegreerde standkoeling.
Veiligheid en duurzaamheid
“Bij ons spelen veiligheid en duurzaamheid een grote rol,” legt de ondernemer uit. “Daarom ben ik blij met de geweldige spiegelbezetting die een perfect zicht rondom geeft. Dat komt door de slanke en fraai vormgegeven spiegelbehuizingen,” benadrukt Evertz, die inmiddels ruim 30.000 kilometer in de nieuwste DAF heeft afgelegd.
“Tijdens nachtelijke ritten heb ik veel plezier van de full LED-koplampen die samen met de standaard LED-Skylights voor een geweldige verlichting van de weg zorgen. Ook ben ik blij dat DAF in deze truck al zijn beschikbare rijhulp- en veiligheidssystemen heeft geïnstalleerd.”
Michael Evertz,
Directeur en eigenaar van Transporte Evertz in Mechernich in de Duitse Eifel
Gecamoufleerd
Evertz heeft nog napret van de vele verbaasde en vragende blikken die hem ten deel vielen op de laad- en losadressen die hij aandeed. Zijn collega-chauffeurs konden immers zijn truck niet direct identificeren. Dat kwam omdat de DAF-testrijder tot de officiële lancering zwaar met folie gecamoufleerd en zonder logo’s op de grille moest rijden. Dat maakte het voertuig niet als een DAF te herkennen. Maar wat natuurlijk niet verborgen kon worden, waren de enorme afmetingen van de cabine, wat Michael Evertz veel nieuwsgierige en bewonderende blikken opleverde.
Indruk
Maar afgezien van het uiterlijk, de ruimte en de afwerking is Evertz nog meer onder de indruk van de wegligging, het stuurkarakter en aandrijflijn van de nieuwe DAF. “DAF heeft de PACCAR MX-13- motor nóg weer zuiniger gekregen,” vertelt hij. “Vergeleken met onze huidige generatie DAF XF rijden we onze ronden in de nieuwe XG+ met tot vijf liter minder diesel per 100 kilometer. Reken even uit wat dat ons bij 100 tot 120.000 kilometer per truck per jaar bespaart! Dat gaat onze brandstofkosten behoorlijk drukken.”
Belangrijke beslissing
De nieuwe generatie DAF heeft Evertz geholpen bij een belangrijke beslissing. “Ik ga mijn wagenpark vanaf nu alleen nog maar met de nieuwste generatie DAF’s versterken. Deze test heeft mij volledig overtuigd van de rijprestaties, het verbruik en comfort van de DAF XG+.” Het is een besluit dat ook vast met open armen zal worden ontvangen door zijn chauffeurs. Want elk van hen wil ook de truck met de grootste cabine op de markt. En hoe eerder, hoe beter. Sommigen van hen zullen nog even moeten wachten. Maar de eerste twee exemplaren zijn al besteld en zullen binnenkort bij Transporte Evertz worden afgeleverd.
"Het begin van een nieuw tijdperk"
‘International Truck of the Year’ - het is zonder twijfel de meest prestigieuze onderscheiding die een truckfabrikant in Europa kan krijgen. “Als eerste trucks die ontwikkeld zijn naar de nieuwe Europese regelgeving voor afmetingen en gewichten, luiden de DAF XF, XG en XG+ een compleet nieuw tijdperk in”, aldus juryvoorzitter Gianenrico Griffini. “Het zijn terechte winnaars.”
Door: Rob van Tilburg
Elk jaar is de aankondiging van de ‘International Truck of the Year’ een spannend moment waar de gehele truckindustrie naar uitkijkt. En wat de titel zo waardevol maakt, is dat de keuze voor de uiteindelijke winnaar wordt bepaald door de meningen van niet minder van 24 vooraanstaande vakjournalisten en –tijdschriften uit heel Europa.
Bijdrage aan transportefficiency
“Volgens de regels wordt de onderscheiding overhandigd aan de individuele truck of de modelreeks die het afgelopen jaar op de markt is geïntroduceerd en die de grootste bijdrage aan transportefficiency levert. Want dat is waar het om draait in het huidige wegtransport”, vertelt de Italiaan Gianenrico Griffini. “Een lange lijst criteria wordt daarin meegenomen, zoals technologische innovatie, chauffeurscomfort, veiligheid, rijeigenschappen, brandstofverbruik, de stappen die op het gebied van aandacht voor het milieu zijn gemaakt en natuurlijk ‘Total Cost of Ownership’.”
De onderscheiding ‘International Truck of the Year 2022’ werd door juryvoorzitter Gianenrico Griffini overhandigd aan Harry Wolters, president-directeur van DAF Trucks, tijdens de Solutrans bedrijfswagenbeurs in Lyon, Frankrijk.
.Meer waardering voor truckindustrie
De onderscheiding werd voor de 36e maal uitgereikt. “Het is indrukwekkend te zien welke enorme technologische ontwikkelingen er met name de afgelopen vijf, tien jaar zijn doorgevoerd om vrachtwagens nóg zuiniger, nóg schoner en vooral ook nóg efficiënter te maken”, schetst Griffini. “Daar zou wat mij betreft, best wel wat meer aandacht en waardering voor mogen bestaan.”
De juryvoorzitter doelt daarbij niet alleen op de inspanningen op het gebied van motorenontwikkeling maar beslist ook op de vele elektronische systemen die de chauffeur vandaag de dag helpen het maximale uit elke druppel brandstof te halen. “Predictive Cruise Control, EcoRoll, Preview Down-Hill Speed Control, het zijn allemaal hoogstaande technologieën die het werk chauffeur verlichten en tegelijkertijd de brandstofefficiency ten goede komen. Een moderne truck is een high-tech machine en de Nieuwe Generatie DAF is daar een prachtig voorbeeld van.”
Het begon in 1976….
Het fenomeen ‘International Truck of the Year’ begon in 1976 in Groot-Brittannië, toen de hoofdredacteur van het tijdschrift ‘Truck Magazine’, wijlen Pat Kennett, de toen nieuwe Seddon Atkinson SA200 testte. Hij vond het een zeer vernieuwende truck, die qua comfort en veiligheid ver op de concurrentie vooruitliep. Toen werd het idee geboren voor een onderscheiding als erkenning voor de nieuwste technische ontwikkelingen bij bedrijfsvoertuigen die de ondernemer en de chauffeur ten goede komen. Het idee van Pat Kennett werd enthousiast ontvangen door Andrew Frankl, de uitgever van Truck Magazine. Samen besloten ze de ‘Truck of the Year’ onderscheiding in het leven te roepen. In 1977 was Seddon Atkinson de eerste truckfabrikant die de trofee kreeg. De stap naar International Truck of the Year was snel gemaakt, toen Kennett en Frankl het jaar daarop op zoek gingen naar Europese collega’s die hun visie deelden. Vandaag de dag bestaat de jury uit 24 leden, die de belangrijkste Europese truckmagazines vertegenwoordigen. In de afgelopen jaren heeft de IToY groep haar invloedssfeer verder uitgebreid door ‘geassocieerde leden’ te benoemen in groeiende truckmarkten als China, India, Zuid-Afrika, Australië, Brazilië, Japan en Iran.
1988 DAF 95
1998 DAF 95XF
2002 DAF LF
2007 DAF XF 105
2018 DAF New CF & XF
2022 New Generation XF, XG and XG+
Aansluiten op Europese regelgeving
Dat de nieuwe DAF XF, XG en XG+ zijn uitgeroepen tot ‘International Truck of the Year 2022’, heeft volgens Gianenrico Griffini te maken met de wijze waarop DAF de nieuwe Europese regelgeving op het gebied van voertuigafmetingen heeft vertaald. “Sowieso is DAF de eerste truckfabrikant die met een geheel nieuwe serie trucks op de markt komt die tegen de achtergrond van die nieuwe richtlijnen zijn ontwikkeld”, zo verduidelijkt hij. “En laten we eerlijk zijn: ook wij hadden verwacht dat deze veel meer tot een truck-ontwerp zou leiden met een grotere, afgeronde neus. Maar het is duidelijk dat een dergelijke vormgeving een hoger gewicht met zich meebrengt en het veel lastiger zou maken bijvoorbeeld rotondes te nemen of te manoeuvreren. Dat DAF kans heeft gezien de aerodynamica met bijna 20% te verbeteren, verdient alle lof. Samen met optimalisaties van de aandrijflijn en bijvoorbeeld ook verdere gewichtsreducties wordt een hogere brandstofefficiency gerealiseerd en een vergelijkbare, forse reductie in CO2-emissies. En uiteraard zijn dat resultaten die ons als jury opvallen.”
Nieuwe maatstaf in direct zicht
Met de nieuwe regelgeving had de Europese Commissie meer voor ogen dan het verder verhogen van de efficiency en het verbeteren van de ‘CO2-footprint’. “Door langere cabines toe te staan, kan de verkeersveiligheid naar een volgend niveau getild worden”, vervolgt Griffini. “En DAF heeft dat onder andere vertaald in een groter glasoppervlak, waarbij de ruitlijnen ver naar beneden zijn doorgetrokken. Qua direct zicht wordt echt een nieuwe maatstaf neergezet – het is bijna spectaculair. Nieuwe technologieën zoals de digitale cameras en de zogeheten ‘corner eyer’ dragen ook in belangrijke mate bij aan de veiligheid. DAF is daarmee niet de eerste op de markt maar heeft extra tijd genomen ze echt goed door te ontwikkelen. En dat is te merken.”
Hoogstaand niveau
Griffini geeft aan dat de Nieuwe Generatie DAF ook op het gebied van chauffeurscomfort op het juiste moment komt. “Europa kampt met een groot tekort aan chauffeurs”, zo stelt hij. “En probeer dan als vervoerder maar eens goede chauffeurs aan te trekken en te behouden! Daarbij kunnen de nieuwe XF, XG en XG+, kandidaten beslist over de streep trekken. De indrukwekkende verstelmogelijkheden van stoel en stuur, het fraaie digitale instrumentenpaneel dat geheel naar wens van de chauffeur kan worden ingedeeld, de ruimte, de afwerking en niet te vergeten het extreem lage geluidsniveau, het is allemaal van een hoogstaand niveau. En dan niet te vergeten het slaapcomfort waarom DAF al sinds jaar en dag bekend staat. Welk merk kan een bed met een breedte van 80 centimeter aanbieden? En dan heb ik het nog niet eens over de rijeigenschappen van de DAFs. Subliem.”
Klaar voor de toekomst
“Natuurlijk kijken we als jury ook naar de toekomst”, besluit Griffini. “DAF heeft heel duidelijk gemaakt dat met de nieuwe generatie voertuigen voor de lange afstand, een nieuw platform wordt neergezet dat klaar is voor alternatieve aandrijflijnen. Een volledig elektrische versie is volop in ontwikkeling en we hebben als juryleden zelfs al kunnen rijden met een Nieuwe Generatie XF die op waterstof rijdt. En daar waar veel truckproducenten onderzoek naar waterstof voor gebruik in de brandstofcel, onderzoekt DAF de potentie van waterstof als brandstof voor een verbrandingsmotor. En afgaande op wat ik tijdens een korte testrit heb mogen ervaren, is die optie veelbelovend. Net als de toekomst van de Nieuwe Generatie DAF. Nogmaals: terecht verkozen tot ‘International Truck of the Year 2022’.”
Dank voor uw vertrouwen!
Met trots introduceren we wat gerust een mijlpaal in de geschiedenis van het wegtransport mag worden genoemd: de ‘New Generation DAF’, de XF, XG en XG+.
Ontwikkeld met de nieuwe Europese regelgeving op het gebied van voertuigafmetingen als basis. Die geeft fabrikanten letterlijk meer ruimte om de aerodynamica van vrachtwagens verder te verbeteren. Om zo nieuwe maatstaven te zetten op het gebied van efficiency, veiligheid en chauffeurscomfort. En dat DAF daarin geslaagd is, vond ook de jury van de ‘International Truck of the Year 2022’: al onze inspanningen zijn bekroond met deze meest prestigieuze prijs in de truckwereld. “De DAF XF, XG en XG+ luiden een compleet nieuw tijdperk in”, concludeerde juryvoorzitter Gianenrico Griffini. En daar zijn wij het graag mee eens.
De onderscheiding ‘International Truck of the Year 2022’ is niet alleen bedoeld voor DAF, onze meer dan 12.000 trotse medewerkers en onze professionele DAF-dealerorganisatie. Ik draag de titel vooral op aan ú, onze business partners, die onze trucks en diensten gebruiken als drijvende kracht van hun succes. Ik dank u voor het vertrouwen dat u ons elke dag geeft. Daar mogen we trots en moeten we zuinig op zijn. Uw vertrouwen inspireert ons om het morgen nóg beter te doen dan vandaag.
En over morgen gesproken: onze New Generation XF Innovation Truck met waterstof-verbrandingsmotor is door dezelfde jury bekroond met de ‘2022 Truck Innovation Award’. Waarmee nog eens extra benadrukt wordt dat DAF met de nieuwe generatie trucks daadwerkelijk de toekomst start.
Met vriendelijke groet,
Harry Wolters
President-directeur DAF Trucks N.V.